De normale stemmutatie van jongens in de puberteit verloopt in 3 fases:
- Premutatie – rond de leeftijd van 12-13 jaar is er een opvallend verlies in de hoge tonen. De lage tonen worden onvast en er is ftijd een opvallende groei van de larynx.
- Mutatie – rond de leeftijd van 13-14 jaar daalt de spreekstem opvallend met ongeveer 8 halve tonen, van circa 268 Hz naar 173 Hz. Er is een grote schorheid met stembreuken tussen middenstem en lichte stem (vooral op onbeklemtoonde lettergrepen).
- Postmutatie – rond de leeftijd van 14-15 jaar bereikt de stem een grotere omvang met drie vormen van stemgeving (pulsatiestem, middenstem en lichte stem). De stem wordt in deze fase stabiel.
Soms kan het gebeuren dat de stemmutatie niet normaal of anders verloopt. De stem blijft in die gevallen (te) hoog of kinderlijk klinken. Er is verder niks mis met de larynx of met de stembanden. De mutatiestoornissen zijn ook geen stoornissen van hormonale oorsprong. De mutatie zelf is natuurlijk wel hormonaal bepaald, de stemstoornis is dat echter niet. Er zijn 3 vormen van mutatiestoornissen:
1. Onvolledie Mutatie
- Premutatie – rond de leeftijd van 12-13 jaar is er een opvallend verlies in de hoge tonen. De lage tonen worden onvast en er is ftijd een opvallende groei van de larynx.
- Mutatie – rond de leeftijd van 13-14 jaar daalt de spreekstem opvallend met ongeveer 8 halve tonen, van circa 268 Hz naar 173 Hz. Er is een grote schorheid met stembreuken tussen middenstem en lichte stem (vooral op onbeklemtoonde lettergrepen).
- Postmutatie – rond de leeftijd van 14-15 jaar bereikt de stem een grotere omvang met drie vormen van stemgeving (pulsatiestem, middenstem en lichte stem). De stem wordt in deze fase stabiel.
Soms kan het gebeuren dat de stemmutatie niet normaal of anders verloopt. De stem blijft in die gevallen (te) hoog of kinderlijk klinken. Er is verder niks mis met de larynx of met de stembanden. De mutatiestoornissen zijn ook geen stoornissen van hormonale oorsprong. De mutatie zelf is natuurlijk wel hormonaal bepaald, de stemstoornis is dat echter niet. Er zijn 3 vormen van mutatiestoornissen:
1. Onvolledie Mutatie
2. Mutatie Falsetstem
3. Verlengde Mutatie
Mutatio Incompleta (onvolledige mutatie)
Uit het Logopedisch Lexicon:
Het feit dat er ondanks het volledig uitgroeien van de larynx bij jongens in de puberale tijd, geen heldere, volle en krachtige stem tot ontwikkeling is gekomen en er dus geen stembreuk heeft plaatsgevonden.
- Stembreuk = hoorbare, natuurlijke, abrupte overgang tussen twee registers, bij een productie van een glijtoon van hoog naar laag.
------
Mutatio incompleta is een functionele/psychogene stemstoornis die alleen bij mannen voorkomt. Bij mutatio incompleta is er na de stemwisseling nooit een heldere, volle en krachtige stem tot ontwikkeling gekomen. De stem klinkt machteloos, ijl, monotoon, dof en arm. De ademhaling is vaak slap, star en vrij hoog. Er zijn weinig toonhoogteveranderingen mogelijk en ook de overgangen in de wijze van stemgeving blijven moeilijk. De normale borstklank ontbreekt. Vaak is er ook sprake van een slappe lichaamshouding. Het larynxbeeld is normaal.
Criteria bij het stellen van de diagnose
De stem mist de normale borstklank, is hees, ijl, te licht of te hoog en doet onvolwassen aan, maar is geen falsetstem. Men vind ook niet de registerbreuk die zo typisch is voor de mutatie falsetstem.
Factoren die van invloed zijn op het ontstaan van de stoornis
Er wordt vermoed dat de stem (van mensen met incomplete mutatie) zich gedurende en na de mutatie niet volledig heeft kunnen ontpoppen. Onder deze groep zijn veel mensen met keelklachten (slijm, keelpijn, kriebelhoest) en met recidiverende of chronische belemmering van de neuspassage. Ook hoor je deze stem wel eens bij mensen die astma of bronchitis hebben (gehad). Er is een verband tussen een ontspannen wijze van ademhalen en de goed ontspannen en beheerste stem. Ook habitueel mondademen kan leiden tot onvoldoende drainage van de neusbijholten, recidiverende verkoudheden met chronische sinusitis, pharyngitis en ontsteking van de lagere luchtwegen. Er is hier sprake van een vicieuze cirkel, waarbij de nerveuze ademhaling een rol speelt. De slechte stem is eigenlijk maar bijzaak. Veel mannen/jongens met incomplete mutatie hebben als jongetje in een koor gezongen en zijn hier gedurende de stemwisseling mee doorgegaan. Het kunstmatig moeten vasthouden aan een voor het orgaan niet meer natuurlijke toonhoogte brengt een verkeerde aanpassing met zich mee die later moeilijk meer ongedaan te maken is.
Therapie:
De therapie moet drastisch zijn, want meestal gaat het om verankerde therapieresistente gewoonten. Vaak lopen manen heel erg lang rond met dit probleem en vinden ze op latere leeftijd pas dat er echt iets aan gedaan moet worden. De therapie verloopt met intensieve cognitieve en emotionele herstructurering. De motivatie van de patiënt is heel erg belangrijk. Zonder de motivatie en de wil van de patiënt om zijn stem te veranderen, kan er eigenlijk niet veel aan de stoornis worden gedaan.
Prognose:
De prognose is matig aangezien de adem- en stembeheersing meestal een vast verankerde gewoonte is, die ook tot organische aanpassingen heeft geleid, die slechts op lange termijn door intensief en dagelijks te oefenen zullen wijken.
Mutatie-Falsetstem
Uit het Logopedisch Lexicon:
Vorm van een mutatiestoornis waarbij mannen een te hoge, habituele toonhoogte aanhouden na de mutatie, ondanks de volledig uitgegroeide larynx.
------
De mutatiefalsetstem is een van de meest opvallende stemstoornissen. Hoewel het relatief weinig voorkomt, is het hoge vrouwelijke stemgeluid bij een oudere jongen/man nogal opvallend en wordt niet over het hoofd gezien. Veel mensen weten niet dat de afwijking in de regel eenvoudig verholpen kan worden. Daardoor komen veel gevallen in een tamelijk laat stadium ter behandeling.
Er is een normaal uitgegroeide larynx. De stembanden zijn lang, door het gebruik van de hoge stem. De stem zelf is ijl, hoog (ieder ‘fundament’ van de borstklank ontbreekt). De stem heeft weinig draagkracht door het ontbreken van borstklank. De stemomvang beslaat het bovenste deel van de normale mannenschaal. Er ontbreekt een reeks tonen.
Factoren die van invloed zijn op het ontstaan van de stoornis
1. De normale instabiliteit van het stemorgaan in de periode gedurende en kort na de stemwisseling. Wanneer de larynx is uitgegroeid en de stemplooien hun volwassen omvang hebben gekregen, zijn er twee l verschillende trillingswijzen mogelijk geworden; het borstregister en het falsetregister. De adolescent heeft in het algemeen tijdelijk een tekort aan beheersing om beide registers te kunnen mengen. Mengen is dat je over een groot gedeelte van de toonschaal de klankkleur geleidelijk kan doen veranderen zonder dat er een plotselinge omslag van het ene in het andere register plaatsvindt.
2. Jongens met een mutatie falsetstem worden vaak omschreven als onhandig en harkerig. Dit zou kunnen duiden op een ‘klein gebrek/foutje’ in de neurofysiologische coördinatie van het hele bewegingsapparaat en dus ook van de adembeheersing en de stembandspanning.
3. Soms zijn de jongens (met mutatie falsetstem) juist schichtig, verlegen en weinig assertief in hun gedrag. Dit kan de keuze in de richting van een niet-mannelijk, meer kinderlijk stemgelui beïnvloeden. Maar omgekeerd kan ook; dat het hebben van een hoog stemgeluid lijdt tot schichtig, verlegen en weinig assertief gedrag.
4. De verhouding met de ouders en de plaats in het gezin (het milieu) zijn ook van belang. Heeft de patiënt op het ogenblik van de mutatie de mannenrol aangedurfd en paste die in het gegeven milieu.
5. Sommige jongens hebben een hele zware borststem en de mutatie is bij hen al op jonge leeftijd begonnen, in vergelijking met jongens uit de omgeving. Zo’n vroeg gemuteerde jongen kan met zijn falsetstem geprobeerd hebben zijn zware borststem te verbergen. Na een tijdje is dit een gewoonte geworden en is de lage stem vergeten en wordt niet meer gebruikt.
De falsetstem onderscheidt zich van de schelle jongensstem door zijn weke klankkarakter en geringe dynamiek.
Anamnese:
De anamnese geeft aan dat de stem vreemd geworden is in de puberteit. Soms wordt vermeld dat de stem wel ‘gebroken’ is, maar in hoogte is blijven hangen. Sommige patiënten weten wel dat ze ook een laag geluid kunnen voortbrengen, maar dit klinkt hen te zwaar en vreemd in de oren.
Therapie:
De therapie bestaat uit stemoefeningen , eventueel met manipulaties aan de tong en het strottenhoofd en met gebruik van apparatuur voor vibratiemassage. Het strottenhoofd bevindt zich hoog opgetrokken in de hals, in elkaar gedrukt. Bij geeuwen neemt het strottenhoofd een precies tegengestelde stand in; laag, ontspannen stembanden en een lage keelresolutie. Daarvan wordt in de behandeling gebruik gemaakt. De drukproef van Gutzmann wordt ook gebruikt. Fijner is als de patiënt zijn adamsappel zelf omlaag duwt, en zijn duim als waarschuwende herinnering bij de adamsappel houdt. Eerst wordt er steeds gegeeuwd met een wijde keel. Vanuit daar wordt er geprobeerd klanken als ‘uh’ te produceren met de ‘nieuwe’ stem. Wanneer de oude stemgewoonte weer opduikt, wordt er meteen een aantal stappen terug gegaan. Het aantal behandeling verschilt sterk en is afhankelijk van de persoon zelf en de motivatie. De normale borststem kan in een enkele behandeling bereikt worden, maar het kan ook zo zijn dat na 60 behandelingen nog steeds geen bevredigend resultaat is bereikt. Het milieu (omgeving van de patiënt) kan zich nog wel eens verzetten tegen de nieuwe, lagere stem van de patiënt en de generalisatie verhinderen. Belangrijk is dus om de omgeving aan de nieuwe stem te laten wennen.
Verlengde mutatie (mutatio prolongata / mutatio tarda)
Uit het Logopedisch Lexicon:
De mutatie houdt langer dan normaal aan (meer dan een jaar) en is in de meeste gevallen zuiver functioneel en berust derhalve niet op een endocrinologische stoornis.
------
De instabiliteit van de stem, het afwisselen van hoog naar laag, is kenmerkend voor de stemmutatie in de puberteit, maar dit komt niet bij alle jongens voor. De verandering van de stem kan ook heel geleidelijk verlopen en het baard-in-de-keel krijgen gebeurd dan (redelijk) ongemerkt. Bij jongens met een verlengde mutatie gebeurd het tegenovergestelde; het verschijnsel van de overslaande stem doet zich in hinderlijke mate voor en over een langere tijd dan normaal. Als er na een half jaar nog niks is veranderd in het afnemen van de instabiliteit van de stem, dan is de grens van het normale overschreden. In tegenstelling tot de mutatie-falsetstem is de stem niet constant hoog, maar afwisselend hoog en laag. Vaak overheerst de hoge stem en slaat de stem vaak op niet beklemtoonde lettergrepen in het lage register om. Veel patiënten omschrijven hun lage stem, k als schor en vreemd, terwijl de stem voor ons normaal klinkt. De patiënt heeft dus een erg negatief beeld van de ‘normale’ lagere stem.
De verlengde mutatie komt vaker psychogeen voor dan habitueel (als gewoonte). Deze mensen kunnen voortdurend kiezen tussen de hoge en lage stem, terwijl bij mutatie-falsetstem de gewoonte is ontstaan dat de lage stem onbekend en onbereikbaar is.
Therapie
De therapie verloopt zoals bij de mutatie-falsetstem. Het accent komt meer te liggen op de cognities en de emoties. De zelfverzekerdheid moet geoefend worden via assertiviteitstrainingen en het oefenen van communicatievaardigheden.
Mutatio Incompleta (onvolledige mutatie)
Uit het Logopedisch Lexicon:
Het feit dat er ondanks het volledig uitgroeien van de larynx bij jongens in de puberale tijd, geen heldere, volle en krachtige stem tot ontwikkeling is gekomen en er dus geen stembreuk heeft plaatsgevonden.
- Stembreuk = hoorbare, natuurlijke, abrupte overgang tussen twee registers, bij een productie van een glijtoon van hoog naar laag.
------
Mutatio incompleta is een functionele/psychogene stemstoornis die alleen bij mannen voorkomt. Bij mutatio incompleta is er na de stemwisseling nooit een heldere, volle en krachtige stem tot ontwikkeling gekomen. De stem klinkt machteloos, ijl, monotoon, dof en arm. De ademhaling is vaak slap, star en vrij hoog. Er zijn weinig toonhoogteveranderingen mogelijk en ook de overgangen in de wijze van stemgeving blijven moeilijk. De normale borstklank ontbreekt. Vaak is er ook sprake van een slappe lichaamshouding. Het larynxbeeld is normaal.
Criteria bij het stellen van de diagnose
De stem mist de normale borstklank, is hees, ijl, te licht of te hoog en doet onvolwassen aan, maar is geen falsetstem. Men vind ook niet de registerbreuk die zo typisch is voor de mutatie falsetstem.
Factoren die van invloed zijn op het ontstaan van de stoornis
Er wordt vermoed dat de stem (van mensen met incomplete mutatie) zich gedurende en na de mutatie niet volledig heeft kunnen ontpoppen. Onder deze groep zijn veel mensen met keelklachten (slijm, keelpijn, kriebelhoest) en met recidiverende of chronische belemmering van de neuspassage. Ook hoor je deze stem wel eens bij mensen die astma of bronchitis hebben (gehad). Er is een verband tussen een ontspannen wijze van ademhalen en de goed ontspannen en beheerste stem. Ook habitueel mondademen kan leiden tot onvoldoende drainage van de neusbijholten, recidiverende verkoudheden met chronische sinusitis, pharyngitis en ontsteking van de lagere luchtwegen. Er is hier sprake van een vicieuze cirkel, waarbij de nerveuze ademhaling een rol speelt. De slechte stem is eigenlijk maar bijzaak. Veel mannen/jongens met incomplete mutatie hebben als jongetje in een koor gezongen en zijn hier gedurende de stemwisseling mee doorgegaan. Het kunstmatig moeten vasthouden aan een voor het orgaan niet meer natuurlijke toonhoogte brengt een verkeerde aanpassing met zich mee die later moeilijk meer ongedaan te maken is.
Therapie:
De therapie moet drastisch zijn, want meestal gaat het om verankerde therapieresistente gewoonten. Vaak lopen manen heel erg lang rond met dit probleem en vinden ze op latere leeftijd pas dat er echt iets aan gedaan moet worden. De therapie verloopt met intensieve cognitieve en emotionele herstructurering. De motivatie van de patiënt is heel erg belangrijk. Zonder de motivatie en de wil van de patiënt om zijn stem te veranderen, kan er eigenlijk niet veel aan de stoornis worden gedaan.
Prognose:
De prognose is matig aangezien de adem- en stembeheersing meestal een vast verankerde gewoonte is, die ook tot organische aanpassingen heeft geleid, die slechts op lange termijn door intensief en dagelijks te oefenen zullen wijken.
Mutatie-Falsetstem
Uit het Logopedisch Lexicon:
Vorm van een mutatiestoornis waarbij mannen een te hoge, habituele toonhoogte aanhouden na de mutatie, ondanks de volledig uitgegroeide larynx.
------
De mutatiefalsetstem is een van de meest opvallende stemstoornissen. Hoewel het relatief weinig voorkomt, is het hoge vrouwelijke stemgeluid bij een oudere jongen/man nogal opvallend en wordt niet over het hoofd gezien. Veel mensen weten niet dat de afwijking in de regel eenvoudig verholpen kan worden. Daardoor komen veel gevallen in een tamelijk laat stadium ter behandeling.
Er is een normaal uitgegroeide larynx. De stembanden zijn lang, door het gebruik van de hoge stem. De stem zelf is ijl, hoog (ieder ‘fundament’ van de borstklank ontbreekt). De stem heeft weinig draagkracht door het ontbreken van borstklank. De stemomvang beslaat het bovenste deel van de normale mannenschaal. Er ontbreekt een reeks tonen.
Factoren die van invloed zijn op het ontstaan van de stoornis
1. De normale instabiliteit van het stemorgaan in de periode gedurende en kort na de stemwisseling. Wanneer de larynx is uitgegroeid en de stemplooien hun volwassen omvang hebben gekregen, zijn er twee l verschillende trillingswijzen mogelijk geworden; het borstregister en het falsetregister. De adolescent heeft in het algemeen tijdelijk een tekort aan beheersing om beide registers te kunnen mengen. Mengen is dat je over een groot gedeelte van de toonschaal de klankkleur geleidelijk kan doen veranderen zonder dat er een plotselinge omslag van het ene in het andere register plaatsvindt.
2. Jongens met een mutatie falsetstem worden vaak omschreven als onhandig en harkerig. Dit zou kunnen duiden op een ‘klein gebrek/foutje’ in de neurofysiologische coördinatie van het hele bewegingsapparaat en dus ook van de adembeheersing en de stembandspanning.
3. Soms zijn de jongens (met mutatie falsetstem) juist schichtig, verlegen en weinig assertief in hun gedrag. Dit kan de keuze in de richting van een niet-mannelijk, meer kinderlijk stemgelui beïnvloeden. Maar omgekeerd kan ook; dat het hebben van een hoog stemgeluid lijdt tot schichtig, verlegen en weinig assertief gedrag.
4. De verhouding met de ouders en de plaats in het gezin (het milieu) zijn ook van belang. Heeft de patiënt op het ogenblik van de mutatie de mannenrol aangedurfd en paste die in het gegeven milieu.
5. Sommige jongens hebben een hele zware borststem en de mutatie is bij hen al op jonge leeftijd begonnen, in vergelijking met jongens uit de omgeving. Zo’n vroeg gemuteerde jongen kan met zijn falsetstem geprobeerd hebben zijn zware borststem te verbergen. Na een tijdje is dit een gewoonte geworden en is de lage stem vergeten en wordt niet meer gebruikt.
De falsetstem onderscheidt zich van de schelle jongensstem door zijn weke klankkarakter en geringe dynamiek.
Anamnese:
De anamnese geeft aan dat de stem vreemd geworden is in de puberteit. Soms wordt vermeld dat de stem wel ‘gebroken’ is, maar in hoogte is blijven hangen. Sommige patiënten weten wel dat ze ook een laag geluid kunnen voortbrengen, maar dit klinkt hen te zwaar en vreemd in de oren.
Therapie:
De therapie bestaat uit stemoefeningen , eventueel met manipulaties aan de tong en het strottenhoofd en met gebruik van apparatuur voor vibratiemassage. Het strottenhoofd bevindt zich hoog opgetrokken in de hals, in elkaar gedrukt. Bij geeuwen neemt het strottenhoofd een precies tegengestelde stand in; laag, ontspannen stembanden en een lage keelresolutie. Daarvan wordt in de behandeling gebruik gemaakt. De drukproef van Gutzmann wordt ook gebruikt. Fijner is als de patiënt zijn adamsappel zelf omlaag duwt, en zijn duim als waarschuwende herinnering bij de adamsappel houdt. Eerst wordt er steeds gegeeuwd met een wijde keel. Vanuit daar wordt er geprobeerd klanken als ‘uh’ te produceren met de ‘nieuwe’ stem. Wanneer de oude stemgewoonte weer opduikt, wordt er meteen een aantal stappen terug gegaan. Het aantal behandeling verschilt sterk en is afhankelijk van de persoon zelf en de motivatie. De normale borststem kan in een enkele behandeling bereikt worden, maar het kan ook zo zijn dat na 60 behandelingen nog steeds geen bevredigend resultaat is bereikt. Het milieu (omgeving van de patiënt) kan zich nog wel eens verzetten tegen de nieuwe, lagere stem van de patiënt en de generalisatie verhinderen. Belangrijk is dus om de omgeving aan de nieuwe stem te laten wennen.
Verlengde mutatie (mutatio prolongata / mutatio tarda)
Uit het Logopedisch Lexicon:
De mutatie houdt langer dan normaal aan (meer dan een jaar) en is in de meeste gevallen zuiver functioneel en berust derhalve niet op een endocrinologische stoornis.
------
De instabiliteit van de stem, het afwisselen van hoog naar laag, is kenmerkend voor de stemmutatie in de puberteit, maar dit komt niet bij alle jongens voor. De verandering van de stem kan ook heel geleidelijk verlopen en het baard-in-de-keel krijgen gebeurd dan (redelijk) ongemerkt. Bij jongens met een verlengde mutatie gebeurd het tegenovergestelde; het verschijnsel van de overslaande stem doet zich in hinderlijke mate voor en over een langere tijd dan normaal. Als er na een half jaar nog niks is veranderd in het afnemen van de instabiliteit van de stem, dan is de grens van het normale overschreden. In tegenstelling tot de mutatie-falsetstem is de stem niet constant hoog, maar afwisselend hoog en laag. Vaak overheerst de hoge stem en slaat de stem vaak op niet beklemtoonde lettergrepen in het lage register om. Veel patiënten omschrijven hun lage stem, k als schor en vreemd, terwijl de stem voor ons normaal klinkt. De patiënt heeft dus een erg negatief beeld van de ‘normale’ lagere stem.
De verlengde mutatie komt vaker psychogeen voor dan habitueel (als gewoonte). Deze mensen kunnen voortdurend kiezen tussen de hoge en lage stem, terwijl bij mutatie-falsetstem de gewoonte is ontstaan dat de lage stem onbekend en onbereikbaar is.
Therapie
De therapie verloopt zoals bij de mutatie-falsetstem. Het accent komt meer te liggen op de cognities en de emoties. De zelfverzekerdheid moet geoefend worden via assertiviteitstrainingen en het oefenen van communicatievaardigheden.
Literatuur:
Damsté, P.H. (1989). "Stemstoornissen". Uitgeverij: Bohn Stafleu Van Loghum.
Stes, R. (2000). "Stemstoornissen". Uitgeverij: Acco.
Bogaert, L.J.M. (2000). "Nederlands Logopedisch Lexicon". Uitgeverij: Stichting Logopedie Fonds.
Coëlho (2003). "Zakwoordenboek der Geneeskunde". Uitgeverij: Elsevier Gezondheidszorg.
13 opmerkingen:
hoi ik heb ff rond gekeken op je site
ik heb dit van me zus(wijna) gekregen en die heeft het van haar collega jantine
jantine was laast met me zus mee naar de boerderij om ff te kijken en toen hoorde ze mijn stem en die blijkt te hoog te zijn!
ik heb er zelf geen erg in hoe me stem klinkt!
en wat ik er aan moet doen weet ik niet echt.
ik vond toch wel dat ik ff een berichtje achter moest laten.
en let niet te veel op me schrijf fouten!!! hihi
groetjes janpiet
ps.mijn email jpscheringa@hotmail.com
Kan je die drukproef van Gutzmann eens uitleggen, want dat snap ik toch nog niet zo goed :-)
Dankjewel
De drukproef van Gutzmann gaat als volgt:
Zeg een reeks op (maanden, dagen van de week, tellen) in de dagelijkse stem.
Leg vervolgens licht twee vingers (boven)op de adamsappel. -Doe dit altijd zelf, omdat het een onprettig gevoel kan zijn-
Tijdens het opzeggen van de reeks, de adamsappel licht naar binnen/beneden duwen met de vingers. Zo komt de stem vaak vanzelf in het lage register.
Succes!
Quirine Moes
Deze vraag is helemaal langs me heen gegaan. Excuses daarvoor.
Bedankt voor het geven van antwoord, Quirine!
Groetjes, Linda
Hallo.
Ik ben zanger en 28 jaar oud. Sinds mijn puberteit heb ik als bariton gezongen en zelfs lager. Daarvoor als opgedreven jongensstem alla Jantje Smit.
Ik heb het idee dat mijn stem nu nog aan het veranderen is. Het voelt minder stabiel en de onderkant lijkt weg te vallen. Ik zing nu liever hoog (ga wellicht richting een tenorvak). Is dit mogelijk; zijn hier zaken over bekend?
Het is moeilijk om hier -op basis van de beperkte informatie- wat over te zeggen. Bij mannen is het mogelijk dat de stem verandert door gebruik van bepaalde medicijnen of anabole steroïden, maar ik denk niet dat dat bij jou het geval is?
Misschien dat er sprake is van een stemstoornis (organisch of functioneel) door bijv. verkeerd stemgebruik, stress etc.
Zoals je ziet is het een beetje gissen naar mogelijke oorzaken, maar wellicht dat er iets heel anders aan de hand is.
Ik zou eens contact opnemen met een logopedist gespecialiseerd in stem of een KNO arts.
Groeten, Linda
Hallo Linda,
mijn zoon van 14 jaar heeft duidelijk 'de baard in de keel'. Hij is zanger in een bandje en merkt dat hij veel nummers niet meer in de hogere toonsoort kan zingen, logisch. Wat lastiger is, is dat hij heel snel schor wordt. Na 1 repetitie heeft hij vrijwel geen stem meer over. Heeft dat met de pubertijd/stemwisseling te maken of heeft hij gewoon een 'zwakke stem' en moet met meer techniek aan de gang?
Hoi Linda,
Met interesse heb ik je artikel gelezen.
Mijn vraag betreft mijn zoon die over 3 weken 15 wordt. Tot voor kort was zijn stem heel hoog en kon hij ook heel hoog operette zingen. Sinds 2 weken is zijn stem duidelijk lager en slaat deze over. Verder is hij hard en kraakt een beetje. Eigenlijk is dit alleen als hij spreekt, zijn zangstem heeft hij aardig onder controle. Afgelopen jaar speelde hij de rol van Friedrich in de Sound of Music. Nu wordt deze verlengd en is hij gevraagd weer auditie te komen doen.
Hij haalt alle noten nog en zingt nog steeds zuiver.
Is dit echter een verstandige of onverstandige keus om mee te willen doen. Hij zal zijn stem dan heel intensief moeten gaan gebruiken. De hoge noten vallen over het algemeen wel mee. Het is vooral de GoodBye..... in het nummer vaarwel die hoog en lang is. Mijn vraag is nu: moet zijn stem rust hebben of moet hij deze blijven trainen. Hij zingt nu ruim 4 jaar vrij intensief. Hoe moet hij met deze spier omgaan?
Wat ik geleerd heb uit je artikel dat ik niet steeds negatief moet praten over die harde gekke stem en er minder aandacht of zelfs geen aandacht aan moet geven. Niets erger dan dat een jongen onzeker moet gaan worden over zijn stem, juist datgene waar hij al jaren complimenten over krijgt zou hem dan in de steek lijken te laten.
Met vriendelijke groeten, Eline
Hoi,
Mijn zoon (17) heeft al sinds een paar jaar de baard in de keel. Hij heeft een goede lage stem, maar soms slaat hij nog over naar de hoge stem. Dit is vaak aan het eind van de zin. Is dit ook een stemstoornis en wat kan eraan gedaan worden?
MvG!
Kan je ook iets tegen de baard in de keel doen
Ik ben een jongen van 13 bijna 14 en heb steeds zo'n pijn in mijn keel. Het lijkt alsof mijn lelletje langer wordt en mijn keel kleiner. Is dit normaal,heeft dit met de baard in de keel te maken?
Hey, ik ben een veertienjarige jongen en ik lach de laatste tijd als een varken die gaat sterven. Mijn stem is nog wel normaal, maar bij de hoge tonen slaat die soms over, ook is mijn keel droog. Niet dat ik pijn heb ofzo. Maar wil dit zeggen dat ik de baard in de keel ga krijgen of heb ik gewoon keelpijn?
Hallo ik ben 15 jaar en heb nog steeds een hele lichte stem wat kan mij helpen naar een zwaardere stem
Een reactie posten