Dyspraxie is een neurogene articulatiestoornis. Dyspraxie en apraxie van de spraak worden vaak door elkaar gebruikt, alhoewel er wel een verschil in betekenis is tussen beide termen. Bij apraxie wijst de a- op het totaal ontbreken van de spraak en bij dyspraxie verwijst dys- naar een graad van onvermogen in de spraak (Elen, 2004). Dyspraxie kan bij zowel volwassenen als kinderen voorkomen. Bij kinderen wordt dyspraxie of apraxie van de spraak betiteld als Developmental Apraxia of Speech (DAS), Developmental Verbal Dyspraxia (DVD), Developmental Articulatory Dyspraxia (DAD) of verbale ontwikkelingsdyspraxie (VOD) (A. Ozanne, 1995). Kinderen met verbale ontwikkelingsdyspraxie beschikken over de neuromusculaire capaciteit spraakklanken te produceren, maar hebben een probleem met de motorische planning. (Elen, 2004). Er bestaat een onvermogen om de spraakmusculatuur te programmeren voor de bewuste productie van fonemen, woorden en/of zinnen. Van verbale ontwikkelingsdyspraxie is alleen sprake als het kind uitval heeft op de volgende drie gebieden: problemen met de fonologische planning, problemen met de fonetische planning en problemen met het motorische spraakprogramma (Ozanne, 1995).
Kenmerkende symptomen van verbale ontwikkelingsdyspraxie, die uit de anamnese kunnen worden gehaald, zijn: problemen met de voeding, weinig vocaal spel, weinig brabbelen, weinig imitatie tijdens baby/peutertijd, in de familie komen communicatie stoornissen voor, in de familie komen lees- en schrijfstoornissen voor, een vertraagd taalbegin, een geleerd woord wordt slechts één keer gebruikt, moeizame coördinatie van grove/fijne motoriek, lichaamsdyspraxie/stoornis in lichaamsbewustzijn, lichte neurologische symptomen en trage vooruitgang in de therapie. Uit het standaard spraak interview kunnen de volgende kenmerkende symptomen worden gehaald: afwijkende spraakontwikkeling, klinker fouten, meer omissies dan andere spraakfouten, inconsistente fouten, toename van fouten bij complexere spreektaak, metathesis, onmogelijk om een syllabe als geheel intact te houden, fouten rond stemhebbendheid, veel fouten binnen één woord, moeite met articulatorisch complexe klanken, moeilijkheden met opeenvolging van fonemen, epenthesis, moeilijkheden met meerlettergrepige woorden en een gereduceerd foneemrepertoire. Als via standaard spraakonderzoek verschillende van bovenstaande kenmerken zijn opgespoord, moet er nader onderzoek komen.
Uit specifieke onderzoekstaken kunnen de volgende kenmerkende symptomen worden gehaald: dyspraxie voor geïsoleerde en/of reeksen oraal motorische bewegingen, stoornissen in de orale perceptie, een gat in de expressieve en receptieve taal, woordvindingsproblemen, syntactische fouten, begrip in overeenstemming met cognitieve vaardigheden, moeilijkheden met lange verbale instructies, trage diadochokinese en problemen met de opeenvolging in diadochokinese taken. En ten slotte zijn uit observaties de volgende kenmerken te halen: inconsistente orale/nasale resonantie, nasale emissie, vlakke beklemtoning, en/of traag spreektempo, gebrekkige ‘self-monitoring’, variërende prestaties tussen en binnen de sessies, trial & error, zoekende articulatiebewegingen, stille positionering van articulatiestand, verlengingen en herhalingen (Ozanne, 1995).
Kernsymptomen van verbale ontwikkelingsdyspraxie, volgens de auteurs van het Dyspraxieprogramma (1993) zijn: moeite met het sturen van de articulatiebewegingen; zoekende bewegingen, beperkte tongmotoriek, zwakke en onduidelijk vormgegeven articulatie, algemene mondmotoriek moeizaam in uitvoering, moeite met productie van fricatieven, moeite met geïsoleerde consonanten, meeste fouten bij de clusters, toename van fouten bij toename van de lengte van woorden, inconsistent foutenpatroon en onverstaanbaarheid van de spraak. Naast de kernsymptomen, zijn er nog heel veel andere symptomen die per dyspractisch kind verschillen.
Differentiaal diagnostiek bij verbale ontwikkelingsdyspraxie
De diagnostiek van verbale ontwikkelingsdyspraxie is complex, met name door de verwevenheid met het taalontwikkelingsproces en de verscheidenheid aan symptomen. Daarnaast wordt verbale dyspraxie gevonden bij allerlei typen van ontwikkelingsstoornissen, wat een duidelijk zicht op de verbale dyspraxie kan belemmeren (Eurlings-van Deurse e.a., 1993). Een ander punt dat het stellen van de differentiaal diagnose moeilijk maakt is dat verbale ontwikkelingsdyspraxie een stoornis is die zich ontwikkelt en met de tijd verandert (developmental). De symptomen kunnen veranderen naar mate het kind ouder wordt en ook kan het aantal verschillende symptomen toenemen of juist afnemen (Ozanne, 1995). Kernpunt voor de diagnostiek is: kinderen met verbale ontwikkelingsdyspraxie verschillen onderling sterk in de verschijnselen die ze hebben en in de moeilijkheden die ze daarbij ondervinden (Eurlings-van Deurse e.a., 1993).
Het komt geregeld voor dat verbale ontwikkelingsdyspraxie wordt verward met een afasie, dysartrie, een fonologische stoornis of fonetische stoornis. Een verkeerde diagnose leidt tot een verkeerde therapie en daar is niemand bij gebaat. Het is dus belangrijk dat er goed onderzoek wordt gedaan, zodat de juiste diagnose kan worden gesteld (Stes, 2003).
Kenmerkende symptomen van verbale ontwikkelingsdyspraxie, die uit de anamnese kunnen worden gehaald, zijn: problemen met de voeding, weinig vocaal spel, weinig brabbelen, weinig imitatie tijdens baby/peutertijd, in de familie komen communicatie stoornissen voor, in de familie komen lees- en schrijfstoornissen voor, een vertraagd taalbegin, een geleerd woord wordt slechts één keer gebruikt, moeizame coördinatie van grove/fijne motoriek, lichaamsdyspraxie/stoornis in lichaamsbewustzijn, lichte neurologische symptomen en trage vooruitgang in de therapie. Uit het standaard spraak interview kunnen de volgende kenmerkende symptomen worden gehaald: afwijkende spraakontwikkeling, klinker fouten, meer omissies dan andere spraakfouten, inconsistente fouten, toename van fouten bij complexere spreektaak, metathesis, onmogelijk om een syllabe als geheel intact te houden, fouten rond stemhebbendheid, veel fouten binnen één woord, moeite met articulatorisch complexe klanken, moeilijkheden met opeenvolging van fonemen, epenthesis, moeilijkheden met meerlettergrepige woorden en een gereduceerd foneemrepertoire. Als via standaard spraakonderzoek verschillende van bovenstaande kenmerken zijn opgespoord, moet er nader onderzoek komen.
Uit specifieke onderzoekstaken kunnen de volgende kenmerkende symptomen worden gehaald: dyspraxie voor geïsoleerde en/of reeksen oraal motorische bewegingen, stoornissen in de orale perceptie, een gat in de expressieve en receptieve taal, woordvindingsproblemen, syntactische fouten, begrip in overeenstemming met cognitieve vaardigheden, moeilijkheden met lange verbale instructies, trage diadochokinese en problemen met de opeenvolging in diadochokinese taken. En ten slotte zijn uit observaties de volgende kenmerken te halen: inconsistente orale/nasale resonantie, nasale emissie, vlakke beklemtoning, en/of traag spreektempo, gebrekkige ‘self-monitoring’, variërende prestaties tussen en binnen de sessies, trial & error, zoekende articulatiebewegingen, stille positionering van articulatiestand, verlengingen en herhalingen (Ozanne, 1995).
Kernsymptomen van verbale ontwikkelingsdyspraxie, volgens de auteurs van het Dyspraxieprogramma (1993) zijn: moeite met het sturen van de articulatiebewegingen; zoekende bewegingen, beperkte tongmotoriek, zwakke en onduidelijk vormgegeven articulatie, algemene mondmotoriek moeizaam in uitvoering, moeite met productie van fricatieven, moeite met geïsoleerde consonanten, meeste fouten bij de clusters, toename van fouten bij toename van de lengte van woorden, inconsistent foutenpatroon en onverstaanbaarheid van de spraak. Naast de kernsymptomen, zijn er nog heel veel andere symptomen die per dyspractisch kind verschillen.
Differentiaal diagnostiek bij verbale ontwikkelingsdyspraxie
De diagnostiek van verbale ontwikkelingsdyspraxie is complex, met name door de verwevenheid met het taalontwikkelingsproces en de verscheidenheid aan symptomen. Daarnaast wordt verbale dyspraxie gevonden bij allerlei typen van ontwikkelingsstoornissen, wat een duidelijk zicht op de verbale dyspraxie kan belemmeren (Eurlings-van Deurse e.a., 1993). Een ander punt dat het stellen van de differentiaal diagnose moeilijk maakt is dat verbale ontwikkelingsdyspraxie een stoornis is die zich ontwikkelt en met de tijd verandert (developmental). De symptomen kunnen veranderen naar mate het kind ouder wordt en ook kan het aantal verschillende symptomen toenemen of juist afnemen (Ozanne, 1995). Kernpunt voor de diagnostiek is: kinderen met verbale ontwikkelingsdyspraxie verschillen onderling sterk in de verschijnselen die ze hebben en in de moeilijkheden die ze daarbij ondervinden (Eurlings-van Deurse e.a., 1993).
Het komt geregeld voor dat verbale ontwikkelingsdyspraxie wordt verward met een afasie, dysartrie, een fonologische stoornis of fonetische stoornis. Een verkeerde diagnose leidt tot een verkeerde therapie en daar is niemand bij gebaat. Het is dus belangrijk dat er goed onderzoek wordt gedaan, zodat de juiste diagnose kan worden gesteld (Stes, 2003).
17 opmerkingen:
Dag Linda,
Ik heb met veel interesse uw paper over verbale ontwikkelingsdyspraxie gelezen. Ik ben de moeder van een zoontje van bijna vier jaar oud. Zijn actieve woordenschat bestaat uit ongeveer veertig klanken. Alleen mama, papa, meme en pepe kan hij correct uitspreken. De laatste twee jaar is er bijzonder weinig evolutie in zijn spraak hoewel hij 3 uur logo-therapie per week krijgt.Ik voel mij als moeder zo machteloos omdat ik de indruk heb dat ik hem op het terein van zijn spraak zeer weinig kan helpen. Wat kan je als ouder doen ...??
Volgend schooljaar kan hij naar speciaal onderwijs gaan, maar ik ben bang dat er ondertussen belangrijke tijd verloren gaat.
Wat moeten en kunnen we doen om goed te doen?
Linda,
ik studeer aan de hoge school Remedial teaching. Ik doe nu een onderzoekje met als onderwerp lezen met kinderen die niet spreken. Anders gezegd lezen met kinderen met ontwikkelingsdyspraxie. Heb jij ervaringen met het lezen van deze kinderen zo ja, wil je me dan terug mailen. Mijn mail is e.m.everts@ccnet.nl
Evelien, ik heb daar helaas geen ervaring mee en kan je daar dus niet echt mee helpen.
Maar je hebt het over kinderen die niet spreken? Dan is het toch geen dyspraxie? Als de kinderen helemaal niet spreken is het eerder apraxie (a=niet, praxie=spreken).
Groetjes, Linda
Hoi Linda,
Ik ben een moeder van een zoontje van net 3 jaar oud, waarbij net door de logopedist en de psycholoog van het audiologisch centrum verbale dyspraxie is vastgesteld. Zij hebben mij aangeraden om me aan te melden bij VIATAAL, daar zouden ze ook aan vroeghulp doen. Met herkenbare pijn in mijn hart las ik het stukje van Lieve en ik herkende de angst om belangrijke tijd verloren te laten gaan. Ik hoop dat voor ons VIATAAL snel een uitkomst kan bieden en ik hoop voor Lieve dat ook zij iets op haar pad vindt wat haar zoontje helpt.
Beste allemaal,
Met interesse las ik de paper van Linda en de reacties hierop. Ik wil graag een positieve ervaring delen.
Ik ben moeder van een zoontje van 4 jaar oud en met 1,5 jaar sprak hij nog niet. Tot onze verbazing werden we door de consultatiebureau arts doorverwezen naar het audiologisch centrum (we waren zelf niet bezorgd).
Vervolgens kreeg ons zoontje wekelijks logopedie en sprak de logopediste haar vermoeden uit dat er sprake was van verbale ontwikkelingsdyspraxie. Later werd dit door het audiologisch centrum bevestigd.
Ons zoontje heeft ruim 2 jaar logopedie gehad tot een jaar geleden. Toen ons tweede kindje geboren werd, begon ons zoontje (toen 2,5) opeens enorm te praten. Slecht verstaanbaar (bij je hote tenen hemmen = bij de grote stenen zwemmen) maaar voor ons geweldig.
Het gaat nu prima. Vrijwel alle klanken gaan goed en hij praat ons de oren van ons hoofd. Belangrijk bij ons was dat het al zeer vroeg onderkend is en dat wij een zeer ervaren (kinder)logopediste hadden.
Wie weet krijgt hij (zoals veel "gewone" kindjes) in de toekomst nog logopedie om wat klanken bij te schaven maar wij (en ook hijzelf niet te vergeten) zijn enorm blij met dit resultaat
Dag Linda
Wij hebben een dochter van bijna 3 jaar,en ook zij zegt bijna niets.De laatste tijd alleen maar mama en voor de rest komt er af en toe een woordje uit en voor de rest gebruikt ze veel gebaren die ze leert van haar logopediste.Verder zijn we in het adiologische centrum in Eindhoven bezig en met Viataal. Bij beide staat ze op de wachtlijst.Wij kijken wel waar ze als eerste terecht kan want wij en zeker zij zelf wil geholpen worden.Wil de spraak niet lukken dan maar met gebarentaal als zij daar dan maar gelukkig mee is.Nu zit ze nog op een reguliere creche en als dat niet meer te doen is ivm communicatie dan naar speciaal onderwijs en laat iedereen die dat niet wil accepteren maar de boom in gaan je kind staat toch voorop.
Wij weten nog niet eens zeker of ze wel verbale dyspraxie heeft maar het lijkt erop.
Wij werden steeds er op gewezen dat ze al zoveel heeft meegemaakt dat daardoor de spraak achter ligt.(ze heeft ook aangeboren staar aan beide oogjes en is daarvoor al 6 keer onder narcose geweest)Wij hopen meer duidelijkheid te krijgen bij Viataal.
groetjes Desiree
HOi Linda,
Ik ben een moeder van een dochter (nu 3) met verbale ontwikkelingsdyspraxie. Toen ik merke dat haar ontwikkeling anders verliep dan mijn zoontje en zei met 2,3 jaar nog niet sprak heb ik dit bij het consultatiebureau aangekaart. Via hen ben ik doorverwezen naar een logopediste. Het eerste wat zij aanraadde was een massagetandenborsteltje te gebruiken voor het eten om haar bewuster te maken van haar mond/lippen, etc. Haar tong gebruikte ze ook niet bewust en hing meestal slap uit haar mondje waardoor ze ook veel kwijlde. Door hagelslag van een bordje met je tong op te pikken, vla van een speeltje, etc. (heel veel geklieder maar ook veel pret!) is dit erg verbeterd. Nu zijn we bezig om gericht een aantal woorden/klanken per week aan te leren. En ze gaat erg vooruit in die zin dat haar interesse is gewekt voor taal en ze goed oplet hoe we iets uitspreken. Verder is mij aangeraden om ook de fijne en grove motoriek te stimuleren. Hiervoor krijgt ze wekelijks fysiotherapie, maar gaan we bijvoorbeeld ook op peuterdans. Dit is allemaal in september gestart. En ik merk (samen met de fysiotherapeute en logopediste) nu al grote vooruitgang.
Via het audiologisch centrum worden ook regelmatig cursussen gegeven: Hanen Cursus, praten doe je met z'n tweeën. Hierin krijg je handreikingen om op andere manieren met je kind te communiceren.
Misschien heb je hier iets aan.
groetjes, Judith
Hallo,
Sinds ongeveer een jaar zit bij mij op de peutergroep een jongetje met spraakproblemen (ik ben leidster op een kinderdagverblijf).
Jongetje is net drie jaar geworden.
Sinds deze week is bekend geworden dat hij aan verbale ontwikkelings dyspraxie lijdt.
Ik vond het interessant om deze site te lezen.
Hoop het jongetje spelenderwijs wat op weg te kunnen helpen wanneer hij bij ons is. Zag al wat tips voor 'oefenspelletjes' staan. Zijn er nog een paar?
Hallo Allemaal,
Ook wij hebben een intensieve tijd met ons dochtertje, 3,5 jaar, achter de rug. Na eerst erachter te zijn gekomen dat het praten niet op gang kwam zijn we begonnen met logopedie. Dit had na ruim één jaar bijna geen resultaat en zeker niet het gehoopte! Mijn gevoel zei al die tijd al dat er meer aan de hand was, en werd vaak afgedaan met goedbedoelde adviezen zoals; "het komt vanzelf wel"...Maar dit kwam niet vanzelf en op aanraden van de logopediste zijn we naar het audiologisch centrum in Eindhoven doorverwezen.
Met pijn in m'n hart ben ik bij al die testen geweest en dan zie je pas echt dat dit absoluut niet is zoals het "hoort". Er is een ernstige verbale dyspraxie vast gesteld en we zijn gelijk ingeschreven bij Viataal.
Nu, bijna 3 maanden verder, ben ik zo blij dat ik m'n gevoel gevolgd heb! Ik heb in plaats van een gefrustreerd kind, wwer een rustig kind wat begint te communiceren met gebaren! Heel intensief voor alle partijen om dit onder de knie te krijgen, maar zó de moeite waard! Nu lukt het haar om ons wat uit te leggen!Wat de toekomst brengen gaat weten we niet, maar we vieren met ieder nieuw geleerd woordje of klank een feestje!
Ook voor ons als gezin is de begeleiding perfect en kun je tenminste gericht advies krijgen.
Dus; volg je gevoel: je voelt zelf je eigen kind het beste aan!!
Hoi Linda,
Ik heb het stuk gelezen van de verbale dyspraxie en het is erg herkenbaar allemnaal.
Ik ben een moeder van een 8 jarig meisje die zit op een school ernstig spraak-taalproblemen en waarbij sinds kort pas dcd is geconstateerd met verbale dypsraxie erbij. Er is zo nog zo weinig hierover te vinden en ik ben blij dat jullie als studenten zich hier in verdiepen en ik hoop dat je hier in de toekomst mee bezig zijn want hoe meer mensen zich hier mee bezig houden hoe meer we te weten komen hierover want er is nog maar zo weinig duidelijkheid hierover. De verhalen van lieve en de andere zijn zo herkenbaar maar in mijn omgeving weten maar weinig mensen over dcd en verbale dyspraxie.Ik wilde alleen even laten weten dat je super goed bezig bent en een goed voorbeeld bent voor de toekomst. Super hoor.!!!!!
Groetjes Martine
Hoi Linda,
Ik zocht een manier om contact met je op te nemen, zonder dat iedereen mee kan lezen.
Maar ik zie dat daar geen mogelijkheid toe is, dus doe ik het op deze manier.
Hopelijk ben je nog weleens actief op dit log?
Mijn zoontje is 5 jaar, ik heb zeer sterk het vermoeden dat hij verbale dyspraxie heeft, maar er is idd weinig informatie over te vinden.
Hij zegt sinds kort (na veel oefening met logopedie) de woordjes: "aamam,aamap,aap,oot en ein, in en uit, op en aan".
Maar het lukt hem absoluut niet om een medeklinker als eerste uit te spreken.
Hij maakt ook geen duidelijke P-klank.
Er is al onderzoek in zijn mond/keelgebied gedaan maar niets afwijkends gevonden.
Om de woordjes die hij nu kan zeggen te leren, heeft hij eerst moeten leren om zijn tong uit te steken en te leren blazen.
Dit heeft hij op Curacao gelerd tijdens dolfijntherapie.
Daar werd ons verteld door een Duitse logopediste dat hij zeer waarschijnlijk verbale dyspraxie heeft.
Maar de logopedist hier in Nederland herkend dat beeld niet helemaal.
Maar wat zou het dan in hemelsnaam moeten zijn.
Hij zit hierdoor zelfs nog niet op school, omdat men geen idee heeft waar hij terecht zou kunnen.
Hem is namelijk geen IQ-test af te nemen...
Hij zit nu dus op een observatietraject voor kindjes met een ontwikkelings en verbale achterstand.
Nu probeert hij te communiceren d.m.v. gebaren, maar hij kan ze door zijn slechte fijne motoriek niet goed maken, ze lijken allemaal erg op elkaar.
Kun je me helpen Linda, of tips geven alsjeblieft??
Beste Corina,
Het is erg moeilijk om via internet advies te geven. Ik zou veel meer achtergrondinformatie (en testgegevens) moeten hebben en ook zou ik uw zoontje moeten zien (o.a. observatie). Ik merk dat je erg zoekend bent naar hulp en vind het jammer om te horen dat het vooralsnog (ondanks dat er toch ook wel enige vooruitgang geboekt is!) moeizaam gaat.
Verbale ontwikkelingsdyspraxie is inderdaad niet iets waar je veel over vindt en ook is het best een lastige 'diagnose' om te stellen. Maar uit jouw verhaal begrijp ik dat het ook nog niet zeker is of jouw zoontje dit heeft of dat er wat anders speelt.
Ik weet niet bij welke logopedist je zit en of hij/zij gespecialiseerd is in kinderen die niet/weinig spreken, kinderen met spraak(ontwikkelings)problemen?
Het enige wat ik, op dit moment, op basis van deze informatie als tip kan geven, is dat de techniek PROMPT wellicht kan helpen, ondersteuning kan bieden. Maar misschien is dat al gebeurd of uitgeprobeerd?
Hier vind je daar meer informatie over: http://www.promptinstitute.com/index.php?page=dutch-introduction
Ik hoop dat je hier iets aan hebt (?).
Met vriendelijke groet,
Linda
Dag Linda,
Onze dochter van net drie jaar oud heeft het VCF Syndroom. Een van de kenmerken die zij heeft is verbale dyspraxie. Haar begrip is erg goed, ze begrijpt alles en doet overal goed aan mee. Ze zegt alle woorden en zinnen, maar is zo goed als onverstaanbaar. We hebben intensieve logopedie en oefenen heel veel. Herhalen, herhalen en herhalen met allerlei manieren, spelletjes en humor. Op www.schubi.nl staan onder logopedie veel materialen en hulpmiddelen voor spraakoefeningen. ik wil iedereen het advies meegeven om niet op te geven en te geloven in de kracht en wil van je kind.
Groetjes, Angela
Nu laat ik toch maar eens een reactie op deze site zetten. Ik heb een zoon van 10 jaar oud. Vanaf zijn geboorte tot +\- 1.5 jaar heeft hij zijn speeksel laten lopen. Met 2.5 jaar sprak hij alleen de woorden: papa,mama oma, opa. En draaide hij woordjes om: Bijv.als hij moe was zei hij: mama oem(moe)en de ezel Iejoor(W. de Poeh) was ooie.. Een bevriende logopediste heeft hem bekeken en concludeerde dat het waarschijnlijk verbale ontw. dyspraxie is. Met zijn 3 jaar zijn we begonnen met intensieve logopedie, en binnen een jaar was zijn spraak dusdanig goed dat hij gewoon naar regulier onderwijs kon.Het was afzien, maar herhalen, herhalen, volhouden, oefenen heeft resultaat opgeleverd.Nu zit hij in groep 6 en zijn er nog steeds "problemen" met zijn spraak. In zoverre dat het begrip er wel is, maar de onmacht om het uit te spreken. Wat ook zijn resultaat heeft in het oplossen van de verhaaltjes sommen(redactie-sommen)Hij krijgt nu extra ondersteuning van een RT'er. Maar we blijven hem "corrigeren" met zijn spraak. De logopedist is bijzonder te spreken: "Het hoort bij hem" Maar herhalen, corrigeren, opnieuw aanleren van juiste woorden is hier nog steeds orde vd dag. Maar ach, het blijft een heerlijk kind. !!!
Hier een moeder van een ventje van drie jaar, waarbij net deze week de diagnose verbale ontwikkelingsdyspraxie is gesteld. Hij zit op een vroegdiagnostische groep van Kentalis en krijgt daar 'inhouse' logopedie, fysiotherapie, ergotherapie en speltherapie is mogelijk maar niet nodig.
Ik ben rond zijn tweede verjaardag overal aan gaan kaarten dat het niet goed ging met zijn spraak. Hij is toen voor vier dagen in de week naar de peuterspeelzaal gestuurd, maar kwam daar na een half jaar niets verder. Toen heeft Adelante hem een test en een nonverbale intelligentie test afgenomen, waarbij blijkt dat zijn actieve taal (spreken) heel ver achter ligt. Qua intelligentie en het begrip van taal ligt hij rond het gemiddelde.
Nu gaan we dus een intensief traject in van nu nog 7 a 8 maanden, waarbij hij vlak voor zijn vierde verjaardag niet meer op Kentalis mag zitten. Dan gaan we kijken of hij naar speciaal onderwijs moet tot zijn taal bijgetrokken is, of dat hij direct naar een gewone basisschool kan.
Zijn woordenschat van 10 woorden is verdubbelt in de zes weken op Kentalis en hij gebruikt het Nederlands ondersteunt met Gebaren heel erg veel.
Het belangrijkste: hij is heel gelukkig op Kentalis en leert heel graag praten.
Hallo Allemaal,
Ik ben op zoek naar een logopedist die ECHT gespecialiseerd is in het behandelen van kinderen met verbale ontwikkelingsdyspraxie. Wie kan mij er één of aantal aanbevelen. Ik ben woonachtend in Rotterdam.
Alvast hartelijk dank voor het meedenken.
IvM
Een reactie posten