vrijdag, juli 22, 2005

Hoera

Ik heb mijn tentamens gehaald. Ik heb nu de volledige 60 studiepunten (ECTS) en heb dus nu mijn propedeuse binnen. Op naar het tweede jaar van mijn studie. Ik heb er al best veel zin in, maar eerst nog even genieten van de vakantie.

zaterdag, juli 09, 2005

De stem, stemstoornissen en stemgebruik

“Stem” is het geluid dat wij voortbrengen met onze stemplooien (stembanden) en dat we kunnen vormen tot spraakklanken (het articuleren). Een stem kan prettig zijn om naar te luisteren, waarbij helderheid en melodie een rol spelen. Een stem kan ook vermoeiend, saai of vervelend zijn om aan te horen. De structuren die instaan voor de stemproductie zijn zeer fragiel en kwetsbaar. Hoge stembelasting, veelvuldig of langdurig contact met schadelijke stoffen, stemmisbruik of foutief stemgebruik kunnen leiden tot stemproblemen of stemstoornissen. Met voldoende aandacht voor stemhygiëne kan je het risico op een stemstoornis aanzienlijk verminderen.

De stemplooien
De stemplooien of stembanden zijn twee paar slijmvliesplooien in het strottenhoofd. Het strottenhoofd is een kraakbenige, met slijmvlies beklede ruimte die de verbinding vormt tussen de keel en de luchtpijp. De ruimte binnen het strottenhoofd vormt een deel van de bovenste luchtweg en heeft een vernauwing in het midden. Deze vernauwing wordt gevormd door twee paren verdikkingen: boven de valse stemplooien (plicae ventriculares) en onder de ware stemplooien (plicae vocales). Het bovenste paar, de valse stemplooien, kunnen niet in trilling worden gebracht. Ze bevatten slijmklieren en dienen ter bescherming van het onderste paar: de ware stemplooien. De stemplooien zelf bestaan uit drie lagen. Van buiten naar binnen onderscheiden we een slijmvlieslaag, de ruimte van Reinke en de stemplooispier.

De stemspleet kan (door werking van de externe spieren) worden verwijd, vernauwd en zelfs geheel afgesloten met de stemplooien in engere zin, die zijn uitgespannen tussen de kraakbeentjes van het strottenhoofd, en wel aan de voorzijde aan het schildkraakbeen en aan de achterzijde aan de beweeglijke bekerkraakbeentjes. Aan deze bekerkraakbeentjes zijn de meeste strottenhoofdspieren bevestigd. Deze inwendige strottehoofdspieren (inwendig genoemd, omdat ze binnen het schildkraakbeen zijn gelegen) regelen door middel van de bekerkraakbeentjes de wijdte van de stemspleet en de spanning in de stemplooien. De stemspleetsluiters (adductoren) kunnen de bekerkraakbeentjes naar elkaar toeschuiven en ze ieder om een verticale as doen draaien, waardoor ze tegen elkaar komen te liggen en de stemspleet gesloten wordt. Bij deze sluiting worden de stemplooien meestal ook naar behoefte meer of minder gespannen. Dit geebeurt hoofdzakelijk door een uitwendige strottenhoofdspier die het schildkraakbeen om een dwarse, horizontale as enigszins doet kantelen om het ringkraakbeen. Andere inwendige strottenhoofdspieren bewerken de opening van de stemspleet: de stemspleetopeners (abductoren). Als de stemspleet maximaal open staat, heeft deze een vijfhoekige vorm. De langs de gespannen stemplooien door de nauwe stemspleet stromende lucht wordt in trilling gebracht. Deze trilling wordt ervaren als geluid. Dit geluid wordt gemodificeerd door de ruimten eronder en erboven: de bronchiaalboom (borstregister = lage stem) of het aanzetstuk, de holten boven de stemspleet (falsetregister = hoge stem). Het ontbreken van stemplooien wil niet zeggen dat er geen geluid kan worden voortgebracht. Mensen bijvoorbeeld bij wie het strottenhoofd is verwijderd, kunnen de slokdarm- of oesofagusspraak leren.

Stemproductie
Bij het in-en uitademen wordt er lucht getransporteerd van de neus- en mondholte naar de longen en omgekeerd. De lucht passeert hierbij de stemplooien. Tijdens de ademhaling blijft de stemspleet open zodat de luchtstroom vrij kan passeren.

Fonatie
Op het moment dat er stem wordt gegeven, bewegen de stemplooien naar elkaar toe, waardoor de stemspleet gesloten wordt. De luchtstroom wordt zo onderbroken. Onder de stemplooien bouwt de luchtdruk zich op. Op het ogenblik dat de druk voldoende groot is, worden de stemplooien uit elkaar gedreven. Een hoeveelheid lucht passeert door de stemspleet. Onder de stemplooien ontstaat er nu een onderdruk, waardoor de stemplooien weer naar elkaar toe bewegen en de stemspleet sluit. Deze cyclus herhaalt zich een aantal keer per seconde. Door dit mechanisme wordt de lucht aan het trillen gebracht. Dit basisgeluid (stem) wordt ter hoogte van de keel-, neus- en mondholte verder gemodelleerd tot het uiteindelijke spraakgeluid.

Aandoeningen
Het ontstaan van een stemstoornis is doorgaans het resultaat van een langdurig proces waarbij verschillende factoren van invloed zijn. De meest voorkomende aandoening is heesheid, dat veroorzaakt kan worden door bijvoorbeeld stemplooiknobbeltjes. De meest voorkomende symptomen bij een stemstoornis zijn: heesheid, stemvermoeidheid, kortademigheid, verminderde stemomvang, stemverlies, stembreuken, gespannen stemgeving, tremor, pijn en andere symptomen zoals bijvoorbeeld gevoel van brok in de keel, droge mond en gespannen lichaam. Een groot aantal van deze symptomen kunnen ook voorkomen bij een infectie van de luchtwegen (keelontsteking, verkoudheid enz). De symptomen zullen dan na enkele dagen verdwijnen. Als de symptomen langer dan 10-14 dagen aanhouden, is verstandig een arts te raadplegen.

Foutieve stemgeving
Met foutief stemgebruik wordt bedoeld het foutief aanwenden van de toonhoogte, luidheid en kwaliteit van de stem. We onderscheiden twee types:
- Hyperfunctioneel stemgebruik ontstaat door een overmatige spanning in de stemplooi- en halsspieren, een foutieve ademtechniek en een te hoge druk en weerstand in de stemspleet. De stem klinkt geknepen, geperst en schril.
- Bij de hypofunctionele stem worden de stemplooispieren te weinig gespannen waardoor een te lage druk en weerstand in de stemspleet ontstaat. Hierdoor zijn de ademhaling en stemgeving niet in evenwicht. De stem klinkt inefficiënt en zwak. De draagkracht is beperkt.

Foutief stemgebruik kan resulteren in stemstoornissen zoals stembandknobbeltjes, een stembandpoliep e.a. Bij foutief stemgebruik is meestal logopedische therapie noodzakelijk.

Het voorkomen van stemstoornissen
Stemhygiëne is de zorg voor een gezonde stem. Met stemhygiëne worden maatregelen bedoeld die de gezondheid van de stem en de stemfunctie (de werking van de stemplooien) gunstig beïnvloeden. Verkeerd stemgebruik en stemmisbruik zijn meestal de oorzaak van stemklachten en stemplooiafwijkingen. Met een goede stemhygiëne kan je een goede stem behouden en eventuele klachten verminderen.
- Neusademing
Adem altijd zoveel mogelijk door de neus, omdat de koude, vuile en droge lucht dan eerst door de neus kan worden verwarmd, gezuiverd en bevochtigd. Bij ademen door de mond gebeurd dit niet en kunnen bacteriën en stof zo de mond en keel binnen komen. Bij neusademen is er minder kans op infectie in neus en keel.
- Roepen/gillen/schreeuwen/krijsen
Roepen, schreeuwen, gillen en krijsen zijn erg slecht voor de stem, omdat er dan meer kracht wordt gebruikt dan de stemplooien kunnen verdragen.
- Fluisteren
Veel mensen gaan fluisteren wanneer zij last van hun stem of keel hebben. Bij fluisteren komen de stemplooien dichter naar elkaar toe maar ze raken elkaar niet. Mensen die hees zijn, gaan meestal luid en gespannen fluisteren. Daarbij is er wel een hard contact tussen de stemplooien. Dit zorgt voor irritatie van de stemplooien, waardoor deze kunnen opzwellen en de stemkwaliteit vermindert. Het is beter is om gewoon zacht te praten.
- Hoesten, kuchen en keelschrapen
Veel mensen hebben de gewoonte om bij een kriebel of slijmpropje in de keel te keelschrapen, te hoesten of te te kuchen. Daarbij worden de stemplooien hard tegen elkaar geperst. Deze harde botsingen zijn schadelijk voor het slijmvlies van de stemplooien. Bovendien komt de kriebel in de keel snel terug. Beter is om een slok water te drinken, gewoon slikken (dan verplaats het slijm zich ook) of te praten (door praten verplaatst het slijm zich door de trilling van de stemplooien).
- Overmatig stemgebruik
Sommige mensen praten erg veel. Belangrijk is om het aantal uren stembelasting te beperken. Dit kan je doen door een aantal keer per dag een spreekstop van 20 - 30 minuten in te lassen en als dit niet lukt meerdere keren per dag 5 – 10 minuten stemrust te nemen. Probeer ook in conversaties niet altijd zelf aan het woord te zijn en als je voor langere tijd moet spreken, neem dan een glas water bij de hand. Belangrijk is ook om lawaaiige ruimtes te vermijden, omdat je dan ongemerkt harder gaat praten en dit kost veel energie en kan voor de stemplooien een flinke overlast betekenen.
- Mond en gebit
Houdt het gebit en de mond goed schoon, omdat het achterblijven van snoep en voedselresten kunnen leiden tot het ontstaan van infecties in keel en mond.
- Roken
De schadelijke stoffen (o.a.teer) die worden ingeademd wanneer er actief wordt gerookt, irriteren de stemplooien. Hierdoor ontsteekt en zwelt het slijmvlies van de stemplooien op. Deze verdikking van het slijmvlies geeft aanleiding tot kuchen en keelschrapen. Ook de stemkwaliteit vermindert.
- Alcohol & Cafeïne
Deze twee stoffen hebben een uitdrogend effect op de stemplooien. Dit maakt de slijmvlieslaag kwetsbaarder.
Lichamelijke factoren die kunnen leiden tot een stemsoornis
- Allergie en infectie
Een allergie of infectie (verkoudheid, keelontsteking) geeft aanleiding tot gezwollen stemplooien. Wanneer er in een periode van allergie of infectie de stem overbelast wordt (veel praten met een hese stem enz), raken de stemplooien beschadigd. Belangrijk is om niet te veel te praten en door de neus te ademen.
- Reflux
Reflux of de oprisping van maagzuur veroorzaakt een bittere, zure smaak in de mond en bij frequent voorkomen een ontsteking van de stemplooien. Stress en ongezonde eet-en leefgewoonten dragen bij tot het ontstaan van reflux. Vermijd voedsel dat maagzuur stimuleert, beperk het roken en zorg dat tijdens het slapen het hoofd hoger ligt dan de rest van het lichaam.
- Medicatie
Geneesmiddelen hebben soms minder gunstige nevenwerkingen die zich ook op het niveau van het stemorgaan of de stemgeving kunnen voordoen. De meest voorkomende bijwerking, is het uitdrogen van de slijmvliezen.
- Hormonen
Vrouwen kunnen gedurende de menstruatie en na de menopauze veranderingen in de toonhoogte van de stem ondervinden. Ook bij stoornissen in de werking van de schildklier kan de stemgeving beïnvloed worden.
- Angst en stress
Bij angst en stress wordt de ademhaling sneller en hoger, de hartslag versnelt en het strottenhoofd is geneigd om een hogere positie in te nemen. De stemplooien worden dan meestal te gespannen gesloten. Als gevolg van deze lichamelijke reactie zal de stem meer geknepen en hoger gaan klinken en kunnen er minder woorden per ademhaling worden uitgesproken.